Wat is laagfrequent geluid (LFg)
Laagfrequent geluid bevindt zich in het grensgebied tussen normaal hoorbaar en onhoorbaar geluid in de laagste frequenties. De meeste wetenschappers hanteren een frequentiebereik van 0 – 125 Herz voor het begrip LFg. Het frequentiebereik tussen 0 en 20 Herz wordt ook wel infrasoon geluid genoemd. LFg plant zich goed voort via de lucht, maar ook via de bodem, leidingen of andere materie. Door de grote golflengte van LFg is het geluid slecht tegen te houden, kan het geluid ver (kilometers) dragen en kan het niveau per plaats verschillen. Daardoor is de bron vaak moeilijk te traceren.
Mensen die hinder van LFg ondervinden, melden een scala aan medische en lichamelijke klachten (slaapproblemen, vermoeidheid, hoofdpijn, benauwdheid, druk op de borst, druk op de oren, hartkloppingen, een gevoel van trillingen in het lichaam). Daardoor heeft deze groep een grotere kans op psychische klachten (stress, burn-out, depressie) en sociaal-maatschappelijke problemen (isolement, relatieproblemen, huisvestingsproblemen en arbeidsongeschiktheid). Een deel van de gehinderden ervaart zodanige hinder dat men het leven als ondraaglijk betitelt.
Geluid in dB en dB(A)
Als eenheid van geluid wordt gehanteerd de decibel ofwel dB. Omdat er oneindig veel frequenties zijn, wordt deze gemeten in frequentiegebiedjes, banden genaamd.
Geluid kan worden ingedeeld in verschillende frequentieklassen, hoewel daarvoor nog wel eens verschillende grenzen en benamingen worden gebruikt. Bij de meest gangbare en ook hier gebruikte indeling, is geluid opgedeeld in infrasoon geluid (0-20Hz), voor het gemiddelde menselijk oor hoorbaar geluid (20-20.000Hz) en ultrasoon geluid (20.000Hz – >). Zie onderstaand figuur (bron: NLR).
De (boven) grenswaarde die het menselijk oor in het algemeen kan waarnemen ligt bij 20.000 Hz, de onderste bij 20 Hz. Het menselijk oor is dus over een groot gebied gevoelig. Om de geluidsterkte die in de verschillende frequenties gemeten wordt tot hanteerbare getallen terug te voeren, wordt van de gemeten hoeveelheid geluid de logaritme genomen, uitgedrukt in dB. Dat zijn dus zuiver natuurkundige meetwaarden, die niets zeggen over de subjectieve geluidsterkte (luidheid) die het menselijk oor ervaart. De dB-waarde is de basis waarvan wordt uitgegaan.
Over het algemeen kan men stellen dat het menselijk oor veel minder gevoelig is voor lage frequenties. Wat men kan waarnemen, verschilt bovendien per leeftijd. Jongere mensen zijn bijvoorbeeld gevoeliger voor hoge frequenties. Daar berust de werking van de ‘Mosquito’ op, een apparaat dat geluid verspreidt met een frequentie van 17.000 Hz met als doel om hangjongeren te verjagen. Met het ouder worden vermindert de gevoeligheid van het menselijk oor voor de hoge frequenties. Daarnaast is er een categorie mensen die wél laagfrequent en infrasoon geluid kan opvangen; de problematiek waarover het in deze website vooral gaat.
Zodra het geluid in verband staat met de menselijke waarneming, wordt deze niet meer in dB, maar in dB(A) uitgedrukt. De reden dat de dB(A) in plaats van een gewone decibel dB bij geluidmetingen en geluidberekeningen wordt toegepast, heeft te maken met de gevoeligheid van het (menselijk) oor, die voor de verschillende frequenties van het geluid niet gelijk is. In de praktijk worden de dB-waarden daarom gecorrigeerd voor de gevoeligheid van het menselijk oor. Dat leidt tot waarden uitgedrukt in dB(A).
De omzetting van dB in dB(A) en omgekeerd
Onder luidheid wordt verstaan de subjectieve waardering van de geluidssterkte. De gemeten dB-waarden worden daarom dus omgezet in dB(A)-waarden waarbij geldt dat voor een gegeven dB(A)-waarde voor alle frequenties dezelfde luidheid wordt ervaren.
De dB(A) waarde is internationaal gelijk gesteld aan de dB-waarde bij de heel goed waarneembare frequentie van 1000 Hz (zie grafiek hieronder). Bij 1000 Hz wordt geen correctie uitgevoerd, de weging is daar 0 dB. Bij 10 Hz (helemaal links in de grafiek) bedraagt de weging -70 dB. Dat betekent dat een mens over het algemeen een toon van 10 Hz veel zachter hoort dan een toon van 1000 Hz met dezelfde fysische geluidssterkte, namelijk 70 dB zachter, oftewel ca 3200 minder intens.
Bronnen van Laag Frequent geluid
De bron van laagfrequent geluid kan in het eigen huis of in de directe omgeving liggen, maar ook verder weg van uw woonomgeving is mogelijk. Voor de één kan de oorzaak om de hoek liggen, voor de ander kan dat 50 km verderop zijn.
De bronnen van laagfrequent geluid zijn divers. Voorbeelden zijn
- Apparatuur of voorzieningen in en om het huis, bij de buren of in de directe omgeving, zoals cv-ketels, warmtepompen, ventilatiesystemen, vijverpompen, zwembadpompen en wat dies meer zij;
- verkeer (weg- en spoorverkeer, scheep- en luchtvaart);
- boven én ondergrondse (industriële) installaties, zoals elektriciteits- en warmtecentrales, waterzuiveringsinstallaties, rioleringsinstallaties, pompen, gemalen, ventilatoren, koelinstallaties, aggregaten, ventilatiesystemen, afzuiginstallaties, compressoren zoals bijvoorbeeld gebruikt in de gasindustrie, enz.;
- windturbines.
Daarnaast wordt door sommige LFg-gehinderden een verband gelegd met elektromagnetische velden (EMv), zoals gebruikt in draadloze mobiele communicatie en radar. Wetenschappelijk onderzoek (lees hier ‘Auditory response’ uit 2003) heeft aangetoond dat EMv zich kan omzetten in het binnenoor tot hoorbaar geluid, al ging het in dat onderzoek om ‘gewoon’ geluid, dus niet specifiek onder de 125 Hz (LFg). Dit onderzoek toont aan dat het waarnemen van geluid niet altijd een akoestische oorzaak hoeft te hebben.
Hoe wordt LFg doorgegeven
Door de grote golflengte van laagfrequent geluid is het slecht tegen te houden en plant het zich goed en ver voort. Laagfrequent geluid kan (kilometers) ver dragen en het niveau kan per plaats of plek verschillen. Daardoor is de bron vaak moeilijk te traceren. Laagfrequent geluid wordt ook prima doorgegeven via de grond en materie.
Traceren van LFg
De bron van laagfrequent geluid hoeft niet in het huis van de gehinderde te staan. Zelfs niet bij de buren of in dezelfde huizenrij. Door de lange golf kan laagfrequent geluid makkelijk een bereik hebben van maar liefst 50 kilometer. Geen wonder dat een bron dus moeilijk op te sporen kan zijn. Lees op pagina ‘Geluid & Meten‘ hoe metingen van LFg zijn uit te voeren.